Om meteen maar met de deur in huis te vallen… eigenlijk is het niet mogelijk om één goede voerplek te creëren. De verschillende vogels hebben namelijk ook verschillende voorkeuren. Feitelijk doe je het pas goed als je meerdere voerplekken maakt. Maar alle beetjes helpen en ook van een enkele vetbol, voersilo of voerslinger zal dankbaar gegeten worden. Mits je wel een beetje met het volgende rekening houdt.

De juiste voerplek voor vogels

In het algemeen geldt:

  1. Zorg dat de voerplek op een plaats gesitueerd is waarvandaan de vogels snel beschutting kunnen vinden bij dreigend gevaar. Dus in de buurt van struiken, een haag, klimop of iets dergelijks.
  2. Als de voerplek op een te drukke plaats ligt (bijvoorbeeld dicht bij het tuinpad, het terras…een plaats waar ze vaak gestoord worden) zullen ze minder snel komen en/of blijven. Als het bij de buren wat rustiger is, zullen ze wellicht wel voltallig daar aanwezig zijn, maar veel minder in uw tuin.
  3. Maak bij voorkeur een aantal voerplekken. Vogels als het roodborstje, de heggenmus, het winterkoninkje of een merel behoren tot de insecteneters. Van nature zoeken zij hun voedsel graag op de grond. Zij zullen dan ook sneller te vinden zijn bij een voerplaats (een voertafel, voerplank of voerhuisje) wat dichter bij de grond. En hoewel meesjes ook van insecten houden, zijn dat nu juist de acrobaten die ondersteboven en met meerdere tegelijk aan de vetbollen en slingers hangen.
  4. De zaadeters, zoals bijvoorbeeld groenlingen, vinken en mussen eten erg goed en makkelijk uit de voersilo’s.
  5. Zorg dat u niet te veel in één keer voert, zodat het voer niet gaat schimmelen. Een goede voersilo of voerhuisje met dakje voorkomt ook dat het voer nat wordt, waardoor het langer houdbaar blijft.
  6. Extra voordeel bij het maken van meerdere voerplekken is dat de kleinere vogels meer kans krijgen op een goede maaltijd. Grotere vogels zoals de merel jagen de kleinere vogels graag weg als zijn in hun territorium komen. Door op meerdere plaatsen voer aan te bieden kunnen de kleinere vogels op de andere voerplek hun buikje rond eten.
  7. U mag het hele jaar door de vogels bijvoeren. Helaas is het natuurlijke aanbod aan voedsel door de verstedelijking te beperkt geworden om de vogelpopulatie gezond en goed op pijl te houden. De vogelbescherming moedigt het jaarrond voeren juist erg aan.
  8. Naast kwalitatief goede vogelzaden, pinda’s en noten kunt u de vogels ook blij maken met stukjes fruit of wat kruimels. Geef in geen geval eten waarin zout verwerkt is of kaas.

Lees hier ook :

Vogels lokken, hoe doe je dat ?