Tips voor als je daadwerkelijk bewoners in je vogelhuisje wilt.

Vogelhuisje of nestkastje ophangen:

maak de juiste keuze

De woorden vogelhuisje of nestkastje geven beiden aan waarom je zo’n ‘hokje’ zou willen ophangen. Het onderkomen biedt de vogels in de herfst- en wintermaanden een schuilgelegenheid tegen regen en kou en in het voorjaar en zomer wordt er daadwerkelijk genesteld en worden de jongen er grootgebracht. Logisch dus dan de vogels wel wat eisen stellen aan het nestkastje/vogelhuisje.

Voor wie is het vogelhuis/nestkastje geschikt

Niet elke vogels zal zomaar zijn of haar intrek nemen in elk willekeurig vogelhuisje. Onder andere de invliegopening is daarbij bepalend. De kleine vogels kiezen voor nestkastjes met kleine openingen, waardoor grotere roofvogels of roofdieren (denk bijvoorbeeld aan katten) hun huisje niet kunnen binnendringen en zij daarmee het gevaar kunnen afwenden. Er zijn ook vogels, zoals het roodborstje, die liever niet zo opgesloten wil zitten. Zij geven de voorkeur aan de zogenaamde halfholen. Dit zijn nestkastjes die aan de voorkant ongeveer voor de helft open zijn. Lees hier welke vogels voor welke invliegopeningen kiezen.

Waar hang je het nestkastje neer ?

Als u het nestkastje heeft gekocht in de hoop dat het ook werkelijk bewoond zal gaan worden, dient u wel rekening te houden met een aantal zaken. Lees hieronder de praktische tips om de juiste plaats te bepalen.

  1. Zorg dat de opening goed bereikbaar is, zodat de vogels (bij gevaar) snel en makkelijk in- of uit kunnen vliegen. Maar een helemaal kale omgeving is daarentegen weer niet de bedoeling. Beplanting biedt schuilmogelijkheden in het geval er gevaar dreigt en wordt ook gebruikt om juist even de omgeving op gevaar te scannen voordat het nestkastje binnengevlogen wordt. Dus, bomen, struiken en planten in de naaste omgeving van het nestkastje zijn juist wel erg welkom, maar houdt de invliegopening vrij toegankelijk.
  2. De vogels willen hun huisje graag droog en behaaglijk houden. Voorkom dus dat de regen, wind of felle zon naar binnen komt. De invliegopening hang je dus bij voorkeur naar het oosten, noordoosten of noorden gericht. Juist de ochtendzon wordt gewaardeerd omdat deze het nestje na een koude nacht weer lekker opwarmt. Maar de felle zon in de middag maakt een nestje vaak veel te warm en moet daardoor vermeden worden.
  3. Kies een rustige plaats. Als er te veel beweging of geluid in de directe omgeving is, zullen de vogels zich onveilig voelen. Kies een plekje uit waar u wel zicht heeft op het nestkastje (want het is heerlijk om de vogels te kunnen observeren als zij hun nest gereed maken of hun jongen voeren), maar niet te dicht bij een terras of deur.
  4. In de natuur maken de meeste vogels hun nestje op een wat hogere plek (bijvoorbeeld in de takken van bomen of struiken). Hang een nestje dus op een hoogte van zo’n 1,5 tot wel 3 meter hoog. De vogels die veel op de grond te zien zijn, omdat zij daar hun voedsel zoeken, hebben wellicht de voorkeur voor een nestkastje op 1,5 meter hoogte. Voor de anderen mag het vaak best wat hoger zijn.
  5. Meerdere vogelhuisjes ophangen? Dat is een goed idee, maar houd er rekening mee dat veel vogels, zeker in het broedseizoen, een eigen territorium willen hebben. Afhankelijk van de vogels die u wilt huisvesten, zult u de kastjes daarom met voldoende afstand (zeker 3 tot 10 meter) van elkaar af moeten hangen. Tenzij u bijvoorbeeld graag huismussen (of andere kolonievogels als spreeuwen en zwaluwen) wilt lokken. Zij zitten graag met meerdere bij elkaar. Er zijn zelfs speciale mussen-nestkasten te koop, waarmee u als het ware een drie-onder-een-kap-woning aanbiedt.
  6. Het bovenstaande -de territoriumdrift- dient u ook in de gaten te houden bij het maken van een voederplaats/ophangen van een voersilo. Zorg ervoor dat deze niet in het territorium van een van de vogels zit, maar op voldoende afstand zodat alle vogels (zonder al te veel ruzie te hoeven maken) de voerplek kunnen bezoeken.
  7. Hang een nestkastje al in het najaar op. In deze periode worden de jongen zelfstandig en zullen ook zij al op zoek gaan naar een goede schuilplaats. En als uw nestkastje in de herfst/winter al gevonden is, is de kans veel groter dat er ook in het voorjaar gebruik van wordt gemaakt (al dan niet door dezelfde vogel).

Onbewoond; wat nu ?

De vogels moeten uw nestkastje eerst ontdekken. Het kan dus zijn dat het niet direct bewoond wordt. Heb dan een beetje geduld en wacht eerst het volgende jaar nog eens af. Wordt het dan weer niet bewoond, dan kunt u bovenstaande tips nog eens doorlezen. Heeft u een nestkastje dat geschikt is voor de vogels die ook daadwerkelijk uw tuin bezoeken? Is er voldoende rust en schuilmogelijkheid voor de vogels ? Is er ter plaatse voldoende voedsel te vinden ? Er is voldoende nestmateriaal te vinden ?